Ulmus laevis
De fladderiep of steeliep.
Herkomst: Is inheems in Nederland, vooral in bosssen langs water, o.a. de Rijn, de Donau, de Elbe,
de Geul, de Kleine Barneveldse Beek, Baakse beek en de Berkel.
Natuurlijke verspreiding in Midden- en Oost-Europa.
Er zijn exemplaren van ca. 400 jaar oud bekend.
Is vrij zeldzaam in Nederland.
Heeft geen resistentie tegen iepenziekte maar fladderiepen worden net als de Zuid-Aziatische Ulmus villosa
in de praktijk meestal niet getroffen door de iepenziekte, omdat de bast niet aantrekkelijk is voor iepenspintkevers.
Kan om deze reden op kleine schaal best wel in stedelijk en landschappelijk gebied worden aangeplant.
Ulmus laevis verdraagt (zee)wind goed.
Door zaaien vermeerdert, geeft geen uniforme groei en meestal van diverse, niet te herleiden herkomsten.